NL131.26 Repatrianten

    From Oera Linda Wiki

    Ontwerp 2025 Ott

    S. Frethorik

    5. Repatrianten Beoordeeld

    131.26 Wanneer de kruier een tijd voortgekrooien heeft, zou ons nageslacht zich kunnen inbeelden, dat de dwalingen en gebreken die de repatrianten hebben meegebracht,[1] eigen waren aan hun voorouders. Dat wil ik voorkomen en dus zal ik zoveel over hun gewoontes schrijven als ik heb waargenomen.

    [132] Over de Geertmannen kan ik kort zijn. Ik ben niet veel met hen omgegaan, maar zover ik het kan beoordelen zijn hun taal en zeden het meest zuiver gebleven. Van de anderen kan ik dat niet zeggen.

    De taal van hen die uit de Kreeklanden afkomstig zijn is belabberd en hun zeden zijn aanstootgevend. Velen hebben bruine ogen en haar. Ze zijn jaloers, brutaal en angstig door bijgeloof. Als ze spreken klopt de woordvolgorde niet. In plaats van ald (oud) zeggen ze ád, van salt (zout) maken ze sád, màn (man) wordt , ze zeggen sel voor skil (zal), sode voor skolde (zou) — teveel om op te noemen. Ook hebben de meesten buitenlandse en afgekorte namen waarvan de betekenis onduidelijk is. De Joniërs spreken beter, maar laten de h weg en waar hij niet moet zijn wordt hij uitgesproken.

    Wanneer iemand een beeld maakt dat op een overledene lijkt, geloven ze dat de geest van die overledene daar intreedt. Daarom hebben zij alle beelden verborgen — van Frija, Festa, Medea, Diania, Hellenia en vele anderen.

    Wordt er een kind geboren, dan komen de familieleden samen en vragen Frija of ze haar Waaksters wil laten komen om het kind te zegenen. Na hun gebed [133] mag niemand bewegen of geluid maken. Gaat het kind dan huilen en houdt dat een uur aan, dan is dat een slecht teken dat wijst op overspel van de moeder. Daar heb ik al veel ellende uit voort zien komen. Valt het kind in slaap, wijst dat erop dat de Waaksters zijn gekomen. Glimlacht het in de slaap dan hebben de Waaksters het kind geluk voorspeld.

    Over het algemeen geloven ze in boze geesten, heksen, kollen, kabouters en elfen, alsof ze van de Finnen kwamen.

    Hiermee wil ik eindigen en nu meen ik meer geschreven te hebben dan één van mijn voorouders.

    Frethorik.

    Noten

    1. ‘repatrianten’ (BROKMANNA) — onduidelijk hoe ‘Broekmannen’ begrepen zou moeten worden, maar omdat de groep bedoeld wordt die met de vloot van Friso terugkeerde naar het vaderland van hun (verre) voorouders, is gekozen voor de symbolische term die ook gebruikt werd voor Indische Nederlanders die na 1945 naar Nederland kwamen.

    Navigeer

    NL130.21 Noordland ᐊ vorig/volgend ᐅ NL133.17 Wiljo

    Aangepaste volgorde:

    NL157.32 Taal ᐊ vorig/volgend ᐅ NL189.01 Eretitels

    In andere talen

    DE131.26 Heimkehrer
    EN131.26 Brokmen
    ES131.26 Repatriados
    FS131.26 BROKMANNA
    NO131.26 Hjemvendte

    Andere Nederlandse vertalingen

    Hoofdstukken S4, S5 en T: Ottema 1876 | Overwijn 1951