NL106.10 Ljudgarda
Ontwerp 2025 Ott
R. Apollania
6. Verslag Apollania
De Burg Ljudgaarde
106.10 Nu zal ik eerst over mijn burg schrijven en daarna over wat ik zoal heb mogen zien.
Mijn burg ligt aan het noordeinde van de Ljudgaarde.[1] Haar toren heeft zes zijden en is dertig voet hoog. Op de platte bovenkant staat een kleine sterrenwacht.
Aan iedere zijde van de toren staat een huis, driehonderd voet lang, driemaal zeven voet breed en evenzo hoog,[2] behalve het dak, dat gebogen is. Alles is gebouwd met hier gebakken stenen; er worden geen andere stenen ingevoerd. Een ringdijk omsluit de burg, met daarbuiten een gracht van driemaal zeven voet diep en driemaal twaalf voor wijd.[3] Vanaf de toren is de vorm van het Joel te zien.
Op de grond tussen de zuidelijke langhuizen groeien allerlei kruiden van heinde en ver, waarvan de Famen de krachten moeten leren. Tussen de noordelijke langhuizen ligt alleen veld.
De drie noordelijke huizen dienen als opslag [107] voor graan en andere voorraden. In het meest zuidelijke huis woont de Burgfaam. De Lamp hangt in de toren, waarvan de wanden met waardevolle stenen zijn bekleed. Op de wand aan de zuidzijde is de Tex te lezen. Rechts daarvan vindt men de Grondbeginselen en links de wetten. Op de overige drie wanden staan de andere teksten. Tegen de dijk, bij het huis van de Faam staan de oven en maalmolen die door vier ossen wordt aangedreven.
Buiten onze burgwal is het heem waarop de burgheren en weermannen wonen. De ringdijk daarvan is een stonde (uur gaans)[4] groot — geen zeevaarders’- maar zonnestonden, waarvan er tweemaal twaalf in een etmaal gaan. Aan de binnenzijde van de kruin van de dijk ligt, vijf voet lager, een pad, vanwaar driehonderd kruisbogen kunnen worden bediend. Deze zijn overdekt met hout en leder. Behalve de huizen van de vaste bewoners staan aan de binnenkant langs de dijk nog driemaal twaalf noodwoningen voor mensen uit de omgeving. Het veld dient als oefenterrein en weide.
Aan de zuidzijde van de buitenste ringdijk ligt de Ljudgaarde, omgeven door het grote Lindenwoud. Haar vorm is driehoekig, met een basis aan de buitenkant, zodat de zon daar goed in kan kijken. Want er groeien veel uitheemse bomen en bloemen, die door de zeevaarders zijn meegebracht.
[108] Alle andere burgen hebben dezelfde vorm als die van ons, maar zijn kleiner, behalve de burg van Texland, die het allergrootst is: De toren van Frijasburg is zo hoog, dat ze de wolken tornt. De verdere omvang van de burg is in overeenstemming met de toren.
Bij ons op de burg is het werk als volgt verdeeld: Zeven jonge Famen waken bij de Lamp, drie stonden per waak. In de overige tijd moeten ze huiswerk doen, leren en slapen. Zijn ze zeven jaar wakend geweest, dan zijn ze vrij en mogen ze onder de mensen gaan, om op hun zeden te letten en raad te geven. Wie drie jaar Faam is geweest, kan soms met de oudere Famen meegaan. De schrijver leert de jonge Famen lezen, schrijven en rekenen. Van de Grijzen of Greven leren ze Recht & Plicht, Zaad-, Kruid- en Heelkunde, Geschiedenissen, Vertellingen en Gezangen, alsook allerlei andere dingen die nuttig zijn om raad te kunnen geven. De Burgfaam leert hen hoe ze daarmee te werk gaan bij de mensen.
Noten
- ↑ Ljudgaard (LJUDGARDA) zou kunnen worden vertaald als Volkstuin, wat later in de tekst wordt bevestigd: “de Ljudgaard ... is driehoekig ... zodat de zon daar goed in kan kijken. Want er groeien veel uitheemse bomen en bloemen.”
- ↑ Dat is ongeveer 90 x 6,5 x 6,5 m, uitgaande van een voet van plm. 30 cm. (Wikipedia:) Het langste bekende Scandinavisch langhuis was 83 bij 9 m. Van de Iroquois Longhouse (Noord-Amerika) kon de lengte ruim 100 m bedragen.
- ↑ Dat is ongeveer 6,5 m diep en 11 m breed.
- ↑ Dat is ongeveer 5 km (Wikipedia).
NL103.26 Vellum ᐊ vorig/volgend ᐅ NL108.28 Rijn
Aangepaste volgorde:
NL090.01 Apollania ᐊ vorig/volgend ᐅ NL108.28 Rijn
In andere talen
Andere Nederlandse vertalingen
Hoofdstuk R6: Ottema 1876 | Overwijn 1951