NL053.12 Wodin

    From Oera Linda Wiki
    Revision as of 09:24, 4 November 2024 by Jan (talk | contribs) (→‎{{Titel andere talen}})
    (diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)

    Ontwerp 2025 Ott

    K. Tijdperk Tunis

    2. Alle Burgen 2: Wodin

    53.12 Uit deze krijgstocht is de geschiedenis van Wodin voortgekomen, zoals beschreven op de burgen en hier overgenomen:

    Aan de Aldergamond rustte een oude zeekoning. Sterik was zijn naam en zijn daden waren legendarisch. Deze oude zeerob had drie neven. Wodin, de oudste woonde te Lumkamákja, bij de Eemond in Oost-Vlieland, thuis bij zijn ouders. Hij had al eens een leger aangevoerd. Tunis en Inka waren zeestrijders en verbleven juist nu bij hun oom aan de Aldergamond.

    De jonge strijders kwamen bijeen en kozen Wodin als hun heerman of koning. De zeestrijders kozen Tunis als hun zeekoning en Inka als hun schout-bij-nacht. De zeevaarders voeren naar de Denemarken, waar ze Wodin met zijn strijdlustige landweer aan boord namen. De wind was optimaal[1] [054] en dus waren ze in een ommezien bij Skeenland. Toen de noordelijke broeders zich bij hem hadden aangesloten, verdeelde Wodin zijn machtige leger in drie eenheden. Frija! was hun wapenkreet en daarmee sloeg hij de Finnen en Mágjaren terug alsof ze kinderen waren.

    Toen de Mágí vernam hoe al zijn manschappen werden omgebracht, zond hij bodes met een staf en een kroon naar Wodin. Ze zeiden: "O, u allergrootste der koningen! Wij bekennen schuld, maar we handelden uit nood. U meent dat wij uw broeders wilden aanvallen, maar we werden opgejaagd door onze vijanden en die zitten ons nog steeds op de hielen. We hebben vaak hulp gevraagd aan uw Burgfaam, maar ze heeft ons niet geantwoord. De Mágí zegt dat als wij elkaar voor de helft afmaken, dan zullen de wilde veehoeders komen en ons allemaal afmaken. De Mágí heeft veel rijkdom, maar ziet in dat Frija machtiger is dan al onze geesten samen. Hij wil zijn hoofd in haar schoot leggen. U bent de dapperste koning op aarde. Uw volk is van ijzer. Wordt onze koning en wij allen zullen uw slaven wezen. Wat zou het eervol voor u wezen als u de wilden weer kon terugdrijven. Onze hoornblazers zouden het rondbazuinen en ons heldendicht zou u overal voorgaan.

    Wodin was sterk, woest en avontuurlijk, maar scherpzinnig was hij niet. [055] Daardoor raakte hij verstrikt in hun gevlei en werd hij door de Mágí gekroond. Recht veel zeevaarders en landweermannen die het hier niet mee eens waren, vertokken in stilte en namen Kaat mee. Maar Kaat, die zich niet voor de Moeder of de Gemeenschapsraad wilde verantwoorden, sprong overboord. Daarop brak een storm los die de schepen op de Deense kust zweepte, zonder ook maar één man te sparen. Sindsien wordt de zeestraat Kaatsgat genoemd.

    Toen Wodin gekroond was, ging hij los op de wilden. Als een hagelbui kwamen die allemaal te paard Wodin’s leger tegemoet, maar als een wervelwind wendden ze om en durfden niet nog eens te komen. Toen Wodin terugkwam, gaf de Mágí hem zijn dochter als bruid. Vanaf dat moment werd hij bewierookt. Maar daar waren toverkruiden bij, want Wodin werd steeds overmoediger, tot hij zelfs Frija en Wralda’s Geest durfde verloochenen en bespotten, terwijl hij zijn vrije hals boog voor de valse afgodsbeelden.

    Na zeven jaar koning te zijn geweest, verdween hij. De Mágí zei dat hij opgenomen was onder hun goden en dat hij in die hoedanigheid verder regeerde. Maar ons volk lachte om dat vertelsel.

    Enige tijd na Wodin’s verdwijning ontstond er verdeeldheid. Onze mensen daar wilden een andere koning kiezen, maar dat wilde de Mágí [056] niet toestaan. Hij beweerde dat het koningschap een door zijn goden aan hem verleend recht was. Naast deze kwestie was er nog een twistpunt gerezen onder zijn Mágjaren en Finnen, die Frija noch Wodin wilden vereren. Maar de Mágí trok zich daar niets van aan, want zijn dochter had met Wodin een zoon gekregen, die volgens de Mágí dus van hoge afkomst was. Terwijl iedereen hierover nog over van mening verschilde en ruziede, kroonde hij de knaap tot koning en benoemde hij zichzelf tot voogd en voormond of raadgever. Zij die meer gaven om hun volle buik dan om het recht lieten hem zijn gang gaan, maar de goeden gingen ervandoor. Veel Mágjaren trokken zich met hun mensen terug naar meer achtergelegen gebied, de zeevaarders gingen scheep en een leger van moedige Finnen ging als roeiers met hen mee.

    Noten

    1. ‘optimaal’ (RUM) — letterlijk: ‘ruim’, een zeilterm, die bij veel lezers niet bekend zal zijn.

    Navigeer

    NL050.19 Magjaren ᐊ vorig/volgend ᐅ NL056.21 Tunis


    In andere talen

    DE053.12 Wodin
    EN053.12 Wodin
    ES053.12 Wodin
    FS053.12 WODIN
    NO053.12 Wodin

    Andere Nederlandse vertalingen

    Hoofdstuk K: Ottema 1876 | Overwijn 1951