NL011.13 Tex

    From Oera Linda Wiki
    (Redirected from Nl 02f Frya's Tex)

    Ontwerp 2025 Ott

    D. Op Drie Burgen

    4. Frija’s Tex

    11.13 Frija’s Tex

    Al wie vrij is, heil! Uiteindelijk zien ze mij terug. Maar alleen wie geen slaaf is, van een ander noch zichzelf, kan ik als vrij beschouwen.

    Hier is mijn raad:

    1. In hoge nood, wanneer raad en daad tekort schieten: roep Wralda’s geest aan. Maar doe dat pas als alles is geprobeerd. Want ik leg het uit en de tijd bevestigt: Moedelozen bezwijken altijd onder hun eigen lijden.

    2. Wralda’s geest kan men alleen vanuit nederigheid dank toewijden, en wel driemaal: Voor wat je genoten hebt, voor wat je geniet en voor hoop in angstige tijden.

    3. Jullie weten hoe snel ik hulp verleende. Doe hetzelfde voor je naasten. Maar wacht niet tot [012] je gevraagd wordt. De lijdende zou je vervloeken, mijn Waaksters zouden je naam uit het boek vegen en ik zou je als een onbekende moeten afwijzen.

    4. Neem nooit van je naasten nederige dank aan, want die komt alleen Wralda’s geest toe. Afgunst zou je besluipen, wijsheid zou je berispen en mijn Waaksters zouden je betichten van vaderroof.

    5. Vier elementen staan je ter beschikking: lucht, water, aarde en vuur. Maar alleen Wralda is daar meester over. Daarom adviseer ik je rechtvaardige mannen te kiezen, die arbeid en opbrengst eerlijk verdelen, zodat iedereen deelneemt aan werk of verdediging.

    6. Wie onder jullie de eigen vrijheid verkwanselt, is geen volksgenoot, maar een hoerekind met vervuild bloed. Die moet met zijn moeder worden verbannen. Vertel dit je kinderen in de ochtend, middag en avond, zodat ze er des nachts van dromen.

    7. Wie een ander de vrijheid afneemt, ook al had die ander een schuld, moet ik laten afvoeren met halsband en riem als van een slavin. Op een kale plek moet het lijk en dat van zijn moeder worden verbrand. Daarna [013] wordt de as vijftig voet diep begraven, opdat daar geen grashalm uit zal groeien. Want zulk gras zou je dierbare vee vergiftigen.

    8. Schendt nooit het volk van Lijda of van Finda. Wralda zou hen helpen, zodat jouw geweld op je eigen hoofd zou terugkomen.

    9. Mochten ze raad of iets anders van je willen, dan dien je hen te helpen. Maar komen ze om te roven, tref hen dan als een bliksemschicht.

    10. Wil een van hen trouwen met een dochter van jou, en zij wil ook, leg haar dan eerst haar domheid uit. Maar wil ze toch haar vrager volgen, laat hen dan in vrede gaan.

    11. Wil jouw zoon hun dochter, doe dan evenzo. Maar geen van beide kan terugkomen. Want ze zouden uitheemse zeden en gewoontes meebrengen en als die worden overgenomen kan ik niet langer over je waken.

    12. Op mijn Faam Festa heb ik al mijn hoop gevestigd. Daarom moet je haar [014] Eremoeder maken. Als je mijn raad volgt zal zij ook later mijn Faam blijven, evenals alle toegewijde Famen die haar zullen navolgen. Dan zal de Lamp die ik voor je heb opgestoken nooit uitgaan. Het licht ervan zal eeuwig je verstand verhelderen en je zult even vrij blijven van dwingelandij, als jouw zoete rivieren van het zoute water der eindeloze zee.

    Noten

    Navigeer

    NL009.18 Frya ᐊ vorig/volgend ᐅ NL014.09 Festa

    Aangepaste volgorde:

    NL009.18 Frya ᐊ vorig/volgend ᐅ NL033.22 Minerva

    In andere talen

    DE011.13 Tex
    EN011.13 Tex
    ES011.13 Tex
    FS011.13 TEX
    NO011.13 Tex

    Andere Nederlandse vertalingen

    Hoofdstuk D: Ottema 1876 | Overwijn 1951