Jump to content

NL042.10 Nijdigen

From Oera Linda Wiki

Ontwerp 2025 Ott

G. Regels en Recht

c. Verminking, Moord en Doodslag

42.10 Deze straffen zijn bepaald voor nijdige mensen.

1. Als iemand door onvoorzichtigheid of uit nijd iemands arm of been breekt, een oog uitsteekt of tand uitslaat — wat dan ook, dan moet hij betalen wat de getroffene eist. Kan hij dat niet, dan moet hem in het openbaar aangedaan worden, hetgeen hij de ander deed. Wil hij dat niet ondergaan, dan moet hij zijn Burgfaam vragen of hij in de ijzer- of tingroeven mag werken tot zijn schuld is voldaan, naar het oordeel van de gemeenschap.

2. Is iemand zo slecht dat hij een Frijas ombrengt, dan moet hij dat met zijn leven betalen. Kan zijn Burgfaam hem voorgoed naar de tingroeven helpen voordat hij wordt gepakt, dan mag ze dat doen.

3. Als de dader met betrouwbare getuigen kan bewijzen dat het per ongeluk is gebeurd, wordt hij vrijgelaten. Maar gebeurt het nogmaals, dan moet hij toch naar de tingroeven,[1] om alle soorten van onzinnige wraak en vijandschap te vermijden.

Noten

  1. ‘tingroeven’ (TINLÁNA) — zie noot bij 47.05.

Navigeer

NL040.26 Veiligheid ᐊ vorig/volgend ᐅ NL043.01 Misdaden



In andere talen

DE042.10 Neid
EN042.10 Wrathful
ES042.10 Iracundos
FS042.10 NÍDIGA
NO042.10 Heftig

Andere Nederlandse vertalingen

Hoofdstukken G, H en J: Ottema 1876 | Overwijn 1951