NL208.17 Verdeeld

    From Oera Linda Wiki

    Ontwerp 2025 Ott

    Z. Onbekende Opsteller: Tijdperk Askar

    Verdeeld Volk Verliest

    208.17 Toen de pest was uitgewoed, kwamen de Twisklanders, die zichzelf als Frijas waren gaan zien, naar de Rijn. Maar Askar wilde met de vorsten van dat volk, dat hij als vuil en verbasterd beschouwde, niet op één lijn staan. Hij wilde niet toestaan dat zij zichzelf Frijaskinderen zouden noemen, zoals Reintja had voorgesteld. Maar hij vergat daarbij dat hij zelf zwart haar had...

    Onder de Twisklanders bevonden zich twee volken die al eerder afstand hadden genomen van deze naam. Het ene volk kwam uit het verre zuidoosten en noemde zich Allemannen. Deze naam hadden ze gekozen toen ze nog als bannelingen zonder vrouwen in de wouden [209] rondzwierven. Later roofden ze vrouwen van de slavenvolken, net als de Hlithouwers, maar ze behielden hun naam.

    Het andere volk, dat meer dichtbij rondzwierf, noemde zich Franken. Niet omdat ze vrij waren, maar Frank was de naam geweest van hun eerste leider, die zichzelf met hulp van bedorven Famen tot erfbaar koning had gekroond. De aan hem grenzende volken noemden zich Thjod’s Zonen, dat is: zonen van het volk. Zij waren wel vrij gebleven, omdat zij nooit een bevelhebber, vorst of meester hadden aanvaard, die niet unaniem was gekozen door hun Gemeenschapsraad.

    Askar had al van Reintja gehoord over de vijandschap tussen de Twisklandse vorsten en dat ze elkaar voortdurend bestrijden. Daarom stelde hij hen voor om een legeraanvoerder te kiezen van zijn eigen volk, omdat hij vreesde, zei hij, dat ze anders met elkaar zouden vechten om het leiderschap. Een andere reden die hij gaf was dat zijn vorsten de taal van de Golen beheersten. Hij zei mede namens de Moeder te spreken.

    De Twisklandse vorsten gingen overleggen en na drie maal zeven dagen kozen ze Alrik als legeraanvoerder. Alrik was Askar’s neef en kreeg van hem een lijfregiment mee, van tweehonderd Schotse en honderd van de sterkste Saksen. De vorsten moesten drie maal zeven van [210] hun zonen naar Staveren sturen, om hun trouw te garanderen.

    Tot zover was alles naar wens gegaan, maar net toen men de Rijn zou oversteken weigerde de koning van de Franken Alrik’s bevelen op te volgen, wat resulteerde in algehele chaos. Askar, die ervan uitging dat alles volgens plan verliep, was met zijn schepen de Skelda overgestoken. Maar daar was men lang van tevoren ingelicht over zijn komst en dus voorbereid. Askar en zijn leger moesten even snel vluchten als dat ze gekomen waren, maar hijzelf werd gevangen genomen. De Golen wisten niet wie hij was, waardoor hij later werd uitgewisseld voor een hooggeplaatste Gool, die door Askar’s troepen meegevoerd was.

    Terwijl dit allemaal gebeurde, kwamen de Mágjaren nog brutaler dan voorheen aan vanuit onze buurlanden. Bij Egmuda, waar ooit de burcht Forana stond, lieten ze een kerk bouwen, nog groter en indrukwekkender dan die van Askar te Staveren.

    Later beweerden zij dat Askar van de Golen verloren had, doordat het volk niet wilde geloven dat Wodin hen kon helpen en dat ze daarom geen offers hadden willen brengen. Daarom gingen ze over tot het ontvoeren van jonge kinderen, die ze bij zich hielden en inwijdden in de geheimen van hun ontaarde leer.

    Waren er mensen, die ...

    [het vervolg ontbreekt]

    Noten

    Navigeer

    NL207.14 Buikpijn ᐊ vorig

    In andere talen

    DE208.17 Gespalten
    EN208.17 Temple
    ES208.17 Dividido
    FS208.17 FYANDSKIP
    NO208.17 Kirke

    Andere Nederlandse vertalingen

    Hoofdstuk z: Ottema 1876 | Overwijn 1951