AB Overwijn
Voorschriften
Overwijn 1951
[00a] [3] Okke mijn zoon.
Deze boeken moet je met lijf en ziel bewaren, zij bevatten de geschiedenis van ons hele volk en ook van onze voorouders. Verleden jaar heb ik die uit de vloed gered tegelijk met jou en met je moeder. Maar zij waren nat geworden, daardoor gingen zij naderhand bederven. Om ze niet te verliezen, heb ik ze op overlands papier overgeschreven. Omdat jij ze nu erft, moet jij ze ook overschrijven. Je kinderen desgelijks, opdat ze nooit verloren gaan.
Geschreven te Ljudwerd, nadat Atland verzonken is, het drie duizend vier honderd negen en veertigste jaar, dat is naar Christenrekening het twaalf honderd zes en vijftigste jaar. Hiddo, bijgenaamd: Over de Linden. Waak.
[00b] Lieve erfgenamen, om onzer lieve voorouders wille, en om onzer lieve vrijheids wille, duizendmaal bid ik u. Och lieve, laat de ogen van een monnik toch nooit over deze geschriften weiden. Zij spreken zoete woorden, maar zij tornen ongemerkt, aan alles wat ons Fryas betreft. Om rijke prebenden te winnen, heulen zij met de vreemde koningen. Dezen weten, dat wij hun grootste vijanden zijn, omdat wij hen durven spreken over vrijheid, recht en vorstenplicht. Daarom laten zij alles vernielen, wat van onze voorvaders komt en wat nog over is van onze oude zeden. Och lieve, ik ben bij hen aan het hof geweest. Wil Wr.alda het gedogen en wij maken ons niet sterk, dan zullen zij ons allegaar verdelgen.
Geschreven te Ljudwerd, acht honderd en drie jaar naar Christen begrip.
Liko, bijgenaamd: Over de Linden.
Volgende deel ᐅ C Overwijn