NL005.08 Namen: Difference between revisions
(add Dutch 1c) |
|||
(41 intermediate revisions by the same user not shown) | |||
Line 1: | Line 1: | ||
== | =={{Versie_Ott}}== | ||
''' | '''C. Inleiding door Opstellers''' | ||
''' | '''Namen der Opstellers''' | ||
'''[[005|5.08]]''' Dit zijn de namen van de Grevetmannen onder wiens toezicht dit boek is samengesteld: | |||
'''[ | Apol, man van Adela. Drie maal is hij Zeekoning (admiraal van de vloot) geweest. Nu is hij Grevetman over Oost-Flieland en over de Lindenoorden.<ref>Oost-Flieland zal ongeveer zijn geweest wat nu de [https://nl.wikipedia.org/wiki/Kleistreek_(Friesland) Kleistreek] is, het gebied van de Lindenoorden zal ongeveer overeenkomen met de [https://nl.wikipedia.org/wiki/Friese_Wouden Friese Wouden] ([[commons:File:Kwartieren_Friesland.png|Zevenwouden en Oostergo]]). Voor de samenhang tussen ''over de Lindenoorden'' en de naam ''Oera Linda'', zie noot '''[[NL087.19 Adelbrost|87.19]]'''.</ref> De burgen Ljudgaarde, Lindenheem en Stavia zijn onder zijn hoede. | ||
De Saxman Storo, man van Sytja, Grevetman over de Hoge Venen en Wouden. Negen maal is hij tot Heirtoog of Heirman (legerleider) gekozen. De burgen Buda en Mannagardaforda zijn onder zijn hoede. | |||
Abelo, man van Jaltja, Grevetman over de Zuider-Flielanden. Vier maal is hij Heirman geweest. De burgen Aken, Ljudburg en Kaat’s Burg zijn onder zijn hoede. | |||
Enoch, man van Diewek, Grevetman over West-Flieland en Texland. Negen maal is hij tot Zeekoning gekozen. De Waraburg, Medeasblik, Forana en Oud Frijasburg zijn onder zijn hoede. | |||
==Noten== | Foppo, man van Duinroos, Grevetman over de Zeven Eilanden. Vijf maal is hij Zeekoning geweest. De burg Walhallagara is onder zijn hoede. | ||
===Noten=== | |||
<references /> | <references /> | ||
{{Hoofdstuk Navigatie|normal=NL005.30 Stift|back=NL001.16 Adela|alternative=NL091.11 Verraad|altback=NL001.16 Adela}} | |||
=={{Titel andere talen}}== | |||
<span> | |||
:<div class="emoji flag de"></div> '''[[DE005.08 Namen]]''' | |||
:<div class="emoji flag uk"></div> '''[[EN005.08 Names]]''' | |||
:<div class="emoji flag es"></div> '''[[ES005.08 Alcaldes]]''' | |||
:<div class="emoji flag fs"></div> '''[[FS005.08 NÔMA|FS005.08 <span class="fryas">NÔMA</span>]]''' | |||
:<div class="emoji flag no"></div> '''[[NO005.08 Navnene]]'''</span> | |||
=={{Ander NL}}== | |||
Hoofdstuk C: [[C Ottema|Ottema 1876]] | [[C Overwijn|Overwijn 1951]] | |||
[[Category:Nederlandse Vertalingen]] | [[Category:Nederlandse Vertalingen]] | ||
{{DEFAULTSORT:^C. Inleiding Opstellers^}} | |||
{{DEFAULTSORT:^ |
Latest revision as of 11:55, 3 November 2024
Ontwerp 2025 Ott
C. Inleiding door Opstellers
Namen der Opstellers
5.08 Dit zijn de namen van de Grevetmannen onder wiens toezicht dit boek is samengesteld:
Apol, man van Adela. Drie maal is hij Zeekoning (admiraal van de vloot) geweest. Nu is hij Grevetman over Oost-Flieland en over de Lindenoorden.[1] De burgen Ljudgaarde, Lindenheem en Stavia zijn onder zijn hoede.
De Saxman Storo, man van Sytja, Grevetman over de Hoge Venen en Wouden. Negen maal is hij tot Heirtoog of Heirman (legerleider) gekozen. De burgen Buda en Mannagardaforda zijn onder zijn hoede.
Abelo, man van Jaltja, Grevetman over de Zuider-Flielanden. Vier maal is hij Heirman geweest. De burgen Aken, Ljudburg en Kaat’s Burg zijn onder zijn hoede.
Enoch, man van Diewek, Grevetman over West-Flieland en Texland. Negen maal is hij tot Zeekoning gekozen. De Waraburg, Medeasblik, Forana en Oud Frijasburg zijn onder zijn hoede.
Foppo, man van Duinroos, Grevetman over de Zeven Eilanden. Vijf maal is hij Zeekoning geweest. De burg Walhallagara is onder zijn hoede.
Noten
- ↑ Oost-Flieland zal ongeveer zijn geweest wat nu de Kleistreek is, het gebied van de Lindenoorden zal ongeveer overeenkomen met de Friese Wouden (Zevenwouden en Oostergo). Voor de samenhang tussen over de Lindenoorden en de naam Oera Linda, zie noot 87.19.
NL001.16 Adela ᐊ vorig/volgend ᐅ NL005.30 Stift
Aangepaste volgorde:
NL001.16 Adela ᐊ vorig/volgend ᐅ NL091.11 Verraad
In andere talen
Andere Nederlandse vertalingen
Hoofdstuk C: Ottema 1876 | Overwijn 1951