Jump to content

Jacques F. Overwijn

From Oera Linda Wiki
Jacques F. Overwijn (1890-1965) was maakte de tweede Nederlandse Oera Linda vertaling. Zijn eerste uitgave van 1941 zou hij later aanduiden als “een experiment … jeugdwerk”. De tweede uitgave (januari 1951) was voorzien van zeer veel begeleidende tekst. Overwijn was telerugesteld over de ontvangst van zijn boek, al heeft hij ze uiteindelijk allemaal verkocht. Cornelis Over de Linden IV (1883-1958) toonde zich tevreden over de uitgave van 1951, al begreep hij niet alle begeleidende tekst, maar E. Molenaar (o.a.) had een sterke voorkeur voor Ottema's vertaling en uitleg. Overwijn heeft geprobeerd een Engelse vertaling van zijn werk te realiseren.
Een deel van zijn correspondentie en aantekeningen bevinden zich in de verzameling van Tresoar.
Op deze wiki:
  • ‘De Algemeene Raad’ of NSB in Volk en Vaderland 7-10-1933, blz.2; Overwijn standing second left
    ‘De Algemeene Raad’ of NSB in Volk en Vaderland 7-10-1933, blz.2; Overwijn standing second left
  • from original photo 1933
    from original photo 1933
  • uitgave 1941
    uitgave 1941
  • uitgave 1951
    uitgave 1951

“Slechts één keer heb ik een bericht over deze kruiken gelezen. Het was in een boekje dat Overwijn in de laatste wereldoorlog over het befaamde Oera Linda Boek geschreven heeft, de vervalste kroniek, waar de Duitsers nogal mee op hadden. Overwijn vertelt daarin dat Phoenicische zeevaarders de kruiken naar Friesland brachten ver voor onze jaartelling begon. Maar ik geloof daar niets van, zo min als van het meeste andere dat Overwijn geschreven heeft. Hij fantaseert wel aardig, maar daar moet een mens altijd een beetje mee op zijn hoede zijn, anders kom je tot heel rare conclusies!” — J.A. van der Vlis te Amsterdam in De Speelwagen 1951 (jrg. 6)

Biographic facts

  • 1890 (November 28) born in Dordrecht as Jakobus Frederikus, son of Johannes Bernardus Overwijn and Elisabeth Henderika Maria Sauveur.
  • 1915 Registered as living in Den Haag, profession: engineer.
  • 1933 Registered as living in Rotterdam.
  • 1933 (February) Appointment as regional leader for Rotterdam of Dutch National Socialist Union (NSB).
  • 1935 (March) Ended membership Dutch National Socialist Union (NSB).
  • 1935 (July 16) Mentioned in Het Volk as one of the leaders of fascist party HNVF (Het NL Volksfront).
  • 1943 Registered as living in Dordrecht.
  • 1943 (July 31) arrested by Dutch police under German occupation for activities in resistance.
  • 1950 Witness in trial Christiansen. See book Het proces Christiansen (Nijhoff, 1950).
  • 1951 (February 17) Awarded military Decoration Bronze Cross (for resistance during German occupation).
  • 1954 (September 25) or
  • 1955 (March 18) Awarded Belgian Order of the Crown Knight with Palm in Den Haag.
  • 1965 (May 31) death in Dordrecht, 74 years old.

He was teacher at a grammar school, residing in a houseboat in the Spuihaven, Dordrecht.

Publications

[voorlopige selectie]

  • 1940 Onze Huis- en Grafteekens zijn 10.000 jaar oud: wat zeggen zij ons (Schefferdrukkerij Dordrecht, 119 blz.)
  • 1940 (October) Eenige opmerkingen omtrent het Oera Linda Boek (verbeterde en vermeerderde uitgave, 13 blz.) (Kalma 607)
  • 1940 Vermelding in: Ons eigen volk; maandblad voor de volkskunde van den Nederlandschen stam - orgaan van het Nederlandsch Volkskundig Genootschap, jrg 1, blz. 295; Afdeling Boekenschouw:

J.F. Overwijn behandelt eenige opmerkingen over het Oera Linda boek, dat nog steeds de belangstelling heeft, omdat al meer en meer men tot de gevolgtrekking komt, dat al moge het boek als zoodanig mystificaties bevatten, een deel er uit ontleend zou zijn aan bestaande of bestaanhebbende oude handschriften of kronieken.

  • 1940 van dezelfde bron op blz. 310-312, uit het verslag van de Algemene Vergadering van het Nederlands Volkskundig Genootschap (opgericht in het begin van dit jaar vanuit tijdschrift Ons eigen Volk), gehouden 19 oktober te Utrecht; voorzitter Mr. Dr. Arian de Goede:

[311] (...) Daarna sprak de heer F.J. Overwijn over het Oera Linda Bôk. Spreker was van oordel, dat tot grondslag van een groot gedeelte van het Oera Linda Bôk, zooals wij dit sinds 1872 kennen, gediend moet hebben een zeer oude zeldzame kroniek, welke aanteekeningen bevat, welke groote waarde hebben voor de voorgeschiedenis van de Friezen. Het Frya-volk zouden namelijk de Friezen zijn, wier bakermat Overwijn zoekt in Midden-Siberië. Uit dit oervolk zouden drie volken ontstaan zijn, die voorgesteld worden door de landmaagden: het blanke ras door Frya, het gele ras door Finda en het zwarte ras, de oorspronkelijke Egyptenaren, [312] door Lida. Deze oude friesche kroniek zou dan de oudste geschiedenis van het friesche volk bevatten, mythologisch en als fabel. Ze is oorspronkelijk en niet overgeschreven. Uitvoerig staat spreker stil bij de uitdrukking: “haat trad bij haar binnen”. Onder haat moet hier ôd verstaan worden, dat feitelijk lust of welzijn beteekent en wel geestelijke lust of geestelijk welzijn, hetwelk op een oorspronkelijke religieuse ondergrond wijst.

Dan staat spreker stil bij den naam Wralda, dat als Wr.alda geschreven staat, waarbij volgens spreker Wr. geestelijk bewegen beteekent en alda zou atha of geestelijke vader beteekenen. Frya beteekent de beminnelijke, later de vrije en heeft de inborst van Wr. alda. Over Fasta deelt spreker mede, dat hiermede het vrouwelijke beginsel is uitgedrukt. Spreker concludeerde dat deze kroniek, de bron van het Oera Linda Bôk, echt is, dat ze een geschiedenis van het eigen volk bevat, met kostbare gegevens voor onze voorgeschiedenis en dat de Fryas behooren tot de oudste cultuurvolkeren der wereld.

Beide voordrachten werden met belangstelling aangehoord, hetgeen vooral nog tot uiting kwam bij de op beide lezingen gevolgende geanimeerde gedachtenwisseling. Deze belangstelling was aanleiding dat voortaan meer dergelijke volkskundige bijeenkomsten zullen worden gehouden.

Boekbespreking

In: Ons eigen volk; maandblad voor de volkskunde van den Nederlandschen stam-orgaan van het Nederlandsch Volkskundig Genootschap, jrg. 3, 1943 blz. 379-380. 

That vvra linda bok (Het oera linda boek). Opnieuw bewerkt en uitgegeven door J.F. Overwijn. Uitg. N.V. Enkhuizer Courant v/h D.C. Egmond. Enkhuizen. 1941.

Men kent de geschiedenis van dit boek. In 1872 verscheen de eerste uitgave en in 1876 de tweede, die tot titel draagt: Thet Oera Linda Bok, naar een handschrift uit de dertiende eeuw. Eigendom der Familie Over de Linden aan den Helder, bewerkt, vertaald en uitgegeven door Dr. J.G. Ottema. Te Leeuwarden bij H. Kuipers. 1876. Deze oude drukken werden in de tweedehands boekhandel verkocht voor 10 ad 12 gulden per stuk en waren moeilijk te krijgen. De heer Overwijn bezorgde een derde uitgave. Hij is het niet eens met de oude opvattingen, dat het geheele boek een mystificatie is zonder meer. Hij meent, dat er wel degelijk oude geschriften geraadpleegd zijn voor de samenstelling en dat een deel van den inhoud een nieuw licht werpt op de oude geschiedenis van het volk dat een deel van Nederland eens bewoonde en waaromtrent geen schriftelijke bescheiden zijn. In een uitvoerige inleiding geeft de heer Overwijn dan zijn persoonlijke meening weer, waarover natuurlijk weer te strijden is en met wiens opvattingen menigeen lang niet accoord zal gaan. Toch blijft het onderwerp interessant en men zal er zeker nog wel langer over redetwisten, wat of het nu wel eigenlijk voor een boek is. 

J.F. Overwijn. Onze huis- en Grafteekens zijn 10.000 jaar oud. Wat zeggen zij ons? Dordrecht 1940 in Eigen Uitgave.

De schrijver heeft het de moeite waard gevonden een reisje te maken door een deel van ons land en daar de oude grafsteenen te bestudeeren en foto’s te nemen van de oude grafteekens, waarvan tot op heden weinig bekend is en waarvan wij alleen wisten, dat het teekens waren, die de handteekening van den overledene vervingen of dat het een kenteeken was van den steenhouwer die den grafsteen of het grafmonument maakte. De heer Overwijn denkt er anders over en ziet in al die teekens oude symbolen. Hij brengt ze in een systeem en verklaart ze, zooals hij meent, dat ze gelezen moeten worden. In den aanvang heeft men zich met den uitleg van de Egyptische hieroglyphen vergist, immers een Athanasius Kircher schreef nog in de zeventiende eeuw dat zeven teekens: dd in Wsir, hetwelk „Osiris zegt” beteekent, symbolen waren, die wilden zeggen: „Het leven der dingen, na de overwinning van Typhon, de vochtigheid der natuur, door den doodengod Anubis.” Men vindt dit in zijn boek „Sphinx mystagoga” (Aldus Prof.Dr. Adolf Erman in Die Hieroglyphen, Sammlung Göschen). Dit wijst er op hoe moeilijk de taak is, die Overwijn op zich heeft genomen. J.R. [Johannes Rasch (1874-1945), oprichter (1929) tijdschrift Eigen Volk, later Ons eigen Volk]

Related to WW2

To be added; some events to be moved here from biographic facts.

Genealogy (Ahnentafel)

[zie kwartierstaat]

1) Jacobus Frederikus (Jacques Frederik) Overwijn, born 28-11-1890 Dordrecht, died 31-5-1965 Dordrecht, son of 2/3.

2) Johannes Bernardus Overwijn, born 12-2-1861 Utrecht, merchant, son of 4/5;

married 21-1-1890 Groningen

3) Elisabeth Henderika Maria Sauveur, born 14-5-1866 Groningen, daughter of 6/7.

Children:

  1. Jacobus Frederikus Overwijn, born 28-11-1890 Dordrecht => 1)
  2. Hermine Johanna Marie Agnes Overwijn, born 1892 Dordrecht, died 15-6-1971 Dordrecht.
  3. Christine Bernadine Maria Overwijn, born 3-9-1893 Dordrecht, died 24-8-1971 Dordrecht.
  4. Johannes Bernardus Overwijn, born 29-2-1896 Dordrecht, died 23-5-1973 Certenago, Switserland, director of the Overwijn clothing warehouse on the corner of Visstraat and Voorstraat; married Charlotte Hagenbach.
  5. Jean Henri Overwijn, born 2-1-1899 Dordrecht, died 21-9-1970; married 1926 London Barbara Alice Woodman, born 1901 London, died 6-5-1940 Almelo.

4) Christoffel Fredericus Overwijn, born 12-4-1825 Utrecht, died 17-9-1868 Oirschot, architect, son of 8/9;

married 22-4-1852 Utrecht

5) Hermina Johanna ten Hagen, born 1822 Utrecht, died 6-9-1875 Oirschot, daughter of 10/11.

Children:

  1. Gerardus Josephus Christiaan Overwijn, born 19-3-1854 Utrecht, died 6-9-1922 Terborg
  2. Christina Bernardina Overwijn, born 28-11-1856 Utrecht, died 11-5-1917 Delft; married 29-4-1884 Utrecht Georgius Adrianus Maria Koevoets, born 1854 Delft, son of Hendrikus Johannes Koevoets and Elisabeth Maria Johanna Drabbe
  3. Johannes Bernardus Overwijn, born 12-2-1861 Utrecht => 2)

6) Jacobus Sauveur, born 21-2-1826 Leeuwarden, straw hat manufacturer, son of 12/13;

married 13-11-1854 Groningen

7) Catharina Marta Fenseling, born 20-1-1834 Groningen, died, daughter of 14/15.

Children:

  1. (born lifeless, 4-9-1855 Groningen)
  2. Lucretia Catharina Johanna Sauveur, born 31-1-1857 Groningen
  3. Gijsberta Maria Sauveur, born 19-3-1859 Groningen, died 28-4-1928 Langbroek; married 14-10-1890 Groningen Hubertus Gijsbertus Kronenburg, born 6-11-1851 Langebroek, son of Evert Kronenburg and Maria Christina van Odijk
  4. Maria Agnes Sauveur, born 20-9-1861 Groningen
  5. (Jean Henri, born 2-5-1864 and died 27-6-1866 Groningen)
  6. Elisabeth Henderika Maria Sauveur, born 14-5-1866 Groningen => 3)
  7. Jean Henri Sauveur, born 31-1-1868 Groningen
  8. Catharina Martha Maria Sauveur, born 24-8-1870 Groningen; married 26-9-1900 Nijmegen Maximinus Dionijsius Henricus Hubertus Lommen, son of Hubertus Henricus Lommen and Cornelia Petronella Smits
  9. (born lifeless, 1-9-1871 Groningen)
  10. Johannes Hermannes Bernardes Sauveur, born 28-6-1875 Groningen

8) Gerardus Nicolaas Overwijn, born 6-12-1797 Utrecht, died 20-10-1869 Utrecht, son of 16/17;

married 24-11-1819 Utrecht

9) Catharina Jacoba van Blaarikom, born 1797 Utrecht, died 3-8-1829 Utrecht, daughter of 18/19.

10) Bernardus ten Hagen,

11) Christina Hendrica Staal,

12) Jean Henri Sauveur, born 1794 Wonck Belgium, (straw) hat manufacturer, son of 24/25;

married 22-10-1820 Leeuwarden

13) Geselina Maria Zelle, born 1803

Children:

  1. Jacobus Sauveur, born 21-2-1826 Leeuwarden => 6)
  2. Anna Angenieta Ida Sauveur, born 31-10-1828 Leeuwarden
  3. Wilhelmus Andrias Martinus Sauveur, born 11-11-1841 Leeuwarden

14) Johann Herman Fenseling,

15) Lucretia Temmes,

16) Antonius Martinus Overwijn, 1757-1841

17) Petronella van Harderwijk, 1766-1816

18) Cornelis van Blaarikom,

19) Aletta van Winters,

24) Jacobus Sauveur,

25) Maria Agnetis Detrixha,

26) Engel Jan Zelle, born 28-9-1783 (bapt.15-10) Leeuwarden, died 30-4-1818 Leeuwarden, son of 52/53;

married

27) Joanna Angenita van Dijk, ± 1783-1861

Children:

  1. Geselina Maria Zelle, born 1803 => 13)
  2. Jacobus Wilhelmus Zelle, born 1805 Den Haag, died 30-10-1821 Leeuwarden
  3. Dorothea Engelina Zelle, born 1809 Den Haag; married 28-10-1835 Leeuwarden Diedrick Theodores Notten, born 1805 Groningen, tax collector, son of Jan Andries Notten and Arnoldina van Alema
  4. Maria Joanna Zelle, born 1811 Den Haag; married 11-3-1832 Leeuwarden Jean Francois Lenars, born Wonck, Belgium, (straw) hat manufacturer

52) Wilhelm Andreas Zelle, born 15-1-1747 Rheda-Wiedenbrück, Germany, died 19-11-1813 Leeuwarden, (his brother Herman Otto Zelle (Selle, Celle) was ancestor of Margaretha Geertruida Zelle a.k.a. Mata Hari);

married 16-5-1779 Leeuwarden

53) Geesje Engels, 1756-1821

Notes


Retrieved from "https://wiki.oeralinda.org/index.php?title=Jacques_F._Overwijn&oldid=22120"