1873 Kritiek der Friesche Geschiedschrijving
- Titel: Kritiek der Friesche Geschiedschrijving (in sommige uitgaven met toevoeging: eerste gedeelte)
- Door: “Dr. J. Bolhuis van Zeeburgh” (1836-1880) — NB familienaam: van Zeeburg(h); vóórnaam: Jan Bolhuis (zie onder)
- Uitgegeven: in 1873 door Martinus Nijhoff, ’s Gravenhage
Ruim een half jaar na Ottema's Thet Oera Linda Bok werd Kritiek der Friesche Geschiedschrijving uitgebracht (verder ook: KFG),[1] kennelijk in haast, want het laatste hoofdstuk eindigt midden in een zin[2] en de gebruikelijke inhoudsopgave ontbreekt. De laatst bedrukte bladzijde vermeldt:
Het tweede en laatste gedeelte van dit werk zal nog in den loop van dit jaar het licht zien
Dit gebeurde echter niet en de schrijver is er in zijn latere geschiedkundige publicaties — hij leefde nog zeven jaar — niet meer op terug gekomen. Ook de belofte in de laatste allinea van het voorwoord is niet waargemaakt:
Er zullen misschien zijn , die met het oog op Thet Oera Linda bok beweren , dat ik niet begin met het begin . Die zoo iets beweren zullen op hun standpunt wel gelijk hebben . Omdat genoemd boek nog altijd verdedigers vindt , mag het , dunkt mij , hier niet worden voorbijgegaan , en daarom zal de eerste bijlage aan Thet Oera Linda bok gewijd worden .
Dr. Ottema moet dit boek met grote belangstelling hebben gelezen, maar heeft er nooit op gereageerd (voor zover bekend). Andersom had Dr. van Zeeburgh een zinnige bijdrage kunnen leveren aan het debat over Oera Linda, maar ook dit is niet gebeurd (voor zover bekend[3]).
Inhoudsopgave
- [blz.] - voorwoord, mei 1873
- 1 - Karel de Groote en de Friezen
- 10 - Emo, Menco en hun continuator
- 21 - Melis Stoke
- 25 - Jacob van Maerlant
- 34 - De verovering van Rome door de Friezen
- 37 - Hoe dae Fresen toe fridom koemen
- 38 - Magnus
- 44 - The Freske Riim / Magistri Alvini Tractatus
- 61 - Gesta Fresonum / Die olde Freesche Cronike / Gesta Frisiorum
- 68 - De aankomst der Friezen
- 73 - Friesche sagen
- 76 - De Friesche geschiedschrijvers vóór 1500
- 79 - Friesche gebeurtenissen bij Utrechtse en Hollandsche schrijvers der Middeleeuwen
- 83 - Koning Beroald
- 84 - Koning Dibbald
- 86 - Koning Gondebald
- 87 - Siegfrieds huwelijk met Thetburga van Staveren
- 90 - Joannes de Beka
- 92 - Kroniek van Holland
- 92 - Goudsch kroniekske (Die cronike ofte die historie van Hollant, van Zeelant, van Vrieslant ende van het Sticht van Utrecht)
- 96 - Joannes Gerbrandi de Leydis (Die chronijcke van Hollandt, Zeelandt ende Vrieslandt)
- 98 - Worp van Thabor
- 109 - Eggerik Beninga
- 123 - Cornelius Kempius
- 140 - Johan Rengers ten Post
- 148 - Andreas Cornelius en zijn voorgangers (30 blz.!)
- 178 - Suffried Peters
- 207 - Ubbo Emmius (onafgemaakt)
Biografische gegevens auteur
- 1836 (11 jan) geboorte te Warffum, zoon van Pieter van Zeeburg en Eilke Beukema
- 1840 (28 mei) overlijden moeder te Warffum
- 1842 (18 feb) overlijden vader te Warffum
- 1855 (15 sept) inschrijving aan faculteiten Letteren en Rechten, Groningen
- 1859 (15 mrt) inschrijving fac. Letteren, Leiden
- 1863 (25 feb en 1 dec) inschrijving Univ. Utrecht
- 1866 (1 mrt) herinschrijving Univ. Utrecht
- 1867 (9 mrt) herinschrijving Univ. Utrecht
- 1868 (11 jan) herinschrijving fac. Letteren, Leiden
- 1870 (2 juni) promotie tot doctor in letteren en wijsbegeerte te Leiden (proefschrift: zie publicaties)
- 1872 (31 aug) nachtelijke detentie Breda als huzaar (3e Regiment) i.v.m. desertie (in vrijwillige dienst)
- 1873 (mei) datering voorwoord KFG (datum pubicatie nog opzoeken)
- 1873 (27 aug) benoeming tot buitengewoon lid van het Friesch Genootschap (dan nog won. Leiden)[4]
- 1875 publicatie artikel in BVGO (zie onder)
- 1877 (1 april) aanstelling tijdelijk ambtenaar Koninklijke Bibliotheek
- 1880 (vóór okt.) publicatie twee artikelen in BVGO (zie onder)
- 1880 (18 okt) overlijden te Den Haag
meer kan nog worden toegevoegd
Publicaties auteur
- 1870 Geschiedenis der eerste graven uit het Hollandsche Huis — proefschrift (als Jan van Bolhuis van Zeeburgh), tevens afgedrukt in Bijdragen voor vaderlandsche geschiedeniedenis en oudheidkunde (Nijhoff 1870, p.249), hierna: BVGO
- 1873 Kritiek der Friesche Geschiedschrijving (zie boven)
- 1875 Hollandsche geschiedbronnen voor het Beiersche tijdperk, 1345-1436 — in BVGO, p. 347
- 1880 Herman van Kuik en graaf Floris I — in BVGO, p.29
- 1880 Otto voogd van Holland — in BVGO, p.75
meer kan nog worden toegevoegd (div. bijdragen aan Nederlandsche Spectator, helaas nog niet online beschikbaar)
Gerelateerde publicaties
- Korte, voorlopige bespreking Kritiek der Friesche Geschiedschrijving 1e gedeelte in BVGO 1875, p. 31 onder Verslag van de voornaamste werken (enz)
- Kroniek der Friese kronieken; antikritiek op Bolhuis’ kritiek, H. Bruch, Leeuwarden (Fryske Akademy) 1952.
Noten
- ↑ OLB kwam 4-10-72 van de pers en het voorwoord van KFG werd mei '73 geschreven.
- ↑ Hoofdstuk over Ubbo Emmius, blz. 208: Hij ging familiaar om met ...
- ↑ Ingezonden brief (brieven?) in Spectator over (o.a.?) Haverschmidt nog opzoeken.
- ↑ bron: Leeuwarder Courant 31-8-1873: verslag 185e vergadering Friesch Genootschap d.d. 27-8.