NL068.17 Middenzee

    From Oera Linda Wiki
    Revision as of 07:22, 18 June 2024 by Jan (talk | contribs) (→‎Ott werkversie: edit and add)

    Ontwerp 2025 Ott

    9d. Minerva en Jon

    [068/17] Nu zullen we beschrijven hoe het Jon is vergaan. Dit staat op de burcht van Texland:

    Tien jaar na het vertrek van Jon voeren hier drie schepen het Fliemeer binnen. Het volk riep: “Hoe'n séjen (zegen)!” Van hun vertellingen heeft de Moeder het volgende laten opschrijven:

    Toen Jon de Middenzee bereikte, was een door de Golen verspreid verhaal over wat er gebeurd was hem overal vooruitgesneld, waardoor ze aan de kust van de Heide Kreeklanden nergens veilig waren. Hij stak dus over met zijn vloot naar Lydia, dat is Lyda’s Land, maar daar werden ze belaagd door zwarte kannibalen. Tenslotte naderden ze Tyrus, maar Minerva zei: “Verander de koers, want hier is de lucht allang verpest door priesters.”

    [069] (De koning van Tyrus stamde af van Tunis, zoals we later hoorden, maar omdat de priesters een permanente greep wilden hebben op het koningschap, hadden ze Tunis tot een god verheven, tot ergernis van zijn volgers.)

    Toen Jon's vloot Tyrus voorbijgevaren was, roofden de Tyriërs een schip uit de achterhoede en omdat het schip al te ver weg was, kon het niet heroverd worden. Maar Jon zwoer wraak... Die nacht zette hij koers naar de Verre Kreeklanden.

    Uiteindelijk kwamen ze aan bij een land dat er heel schraal uitzag, maar wel een havenmond had. “Hier”, zei Minerva, “hoeven we niet bang te zijn voor prinsen en priesters, omdat die alleen houden van vette weides.” Maar toen ze de haven binnenvoeren, bleek deze niet ruim genoeg voor alle schepen. Bijna iedereen was echter te moe om weer uit te varen. Maar Jon, die wel verder wilde, stak zijn speer met vaandel omhoog en riep het jongvolk op om zich vrijwillig bij hem aan te sluiten. Minerva, die wilde blijven, deed hetzelfde. Het grootste deel voegde zich bij Minerva, maar de jongste Sturen gingen naar Jon, die ook de Foddik en Maagden van Kelta meenam. Minerva behield haar eigen Foddik en Maagden.

    Tussen de Verre en de Heinde Kreeklanden vond Jon enige eilanden die hem bevielen. Op het grootste daarvan [070] bouwde hij in de bossen tussen de bergen een burcht. Vanuit de kleinere eilanden ging hij uit wraak Tyrische schepen en landen beroven. Daarom worden de eilanden zowel Roverseilanden als Jon’s Eilanden genoemd.

    Toen Minerva het land — door de bewoners Attika genoemd — verkende, zag ze dat de gehele bevolking bestond uit geitenhoeders, die zich in leven hielden met vlees, kruiden, wilde wortels en honing. Ze waren gekleed in dierenhuiden en hadden schuilhutten op de berghellingen. Daarom werden ze door ons volk Hellingers genoemd.

    Eerst sloegen ze voor ons op de vlucht, maar toen ze begrepen dat we niet uit waren op hun bezittingen, kwamen ze terug en bleken heel vriendelijk. Minerva vroeg of wij ons daar zonder strijd konden vestigen. Dat werd toegestaan, onder voorwaarde dat we hen zouden helpen beschermen tegen hun buurvolk, dat voortdurend kwam om kinderen te ontvoeren en voorraad te roven. Daarop bouwden we op anderhalve paal afstand van de haven een burcht, die op advies van Minerva Athenia werd genoemd. “Want”, zei ze, “het nageslacht moet weten dat wij hier niet door list en geweld zijn gekomen, maar als bondgenoten zijn verwelkomd.”

    Terwijl we de burcht aan het bouwen waren, kwamen hun oversten ons bezoeken. Toen die zagen dat wij geen slaven hadden, beviel hen dat niet en ze lieten dat [071] aan Minerva blijken, omdat ze dachten dat zij een vorstin was. Maar Minerva vroeg: “Hoe bent u dan aan slaven gekomen?”

    Ze antwoordden: “Sommige hebben we gekocht, andere in de strijd gewonnen.”

    Daarop zei Minerva: “Als niemand mensen wilde kopen, zou niemand uw kinderen roven en zou u daar geen strijd over hebben. Dus als u wilt dat we samen vechten, moet u eerst uw slaven vrijlaten.” Maar dat wilden de oversten niet. Ze wilden ons verdrijven. Maar de verstandigste van hun mannen kwamen ons helpen met de bouw van onze burcht, die we nu toch maar van steen maakten.

    Dit was de geschiedenis van Jon en Minerva.

    [meer volgt]

    Noten en andere vertalingen

    Navigeer

    Nl 19c Reintje's Droom ᐊ vorig/volgend ᐅ Nl 09e De Geertmannen


    En 09d Jon and Minerva