NL009.18 Frya: Difference between revisions
(→Ontwerp 2024 Ott: burg) |
|||
Line 1: | Line 1: | ||
=={{Versie_Ott}}== | =={{Versie_Ott}}== | ||
''' | '''D. Op drie Burgen''' | ||
'''[[009| | '''3. Drie Oermoeders''' | ||
'''Frya''' | |||
'''[[009|9.18]]''' Frya was wit als sneeuw in het morgenrood en het blauw van haar ogen won het nog van de regenboog. | |||
Schone Frya. Haar ragfijne haar glinsterde als stralen van de middagzon. | Schone Frya. Haar ragfijne haar glinsterde als stralen van de middagzon. |
Revision as of 10:50, 28 July 2024
Ontwerp 2025 Ott
D. Op drie Burgen
3. Drie Oermoeders
Frya
9.18 Frya was wit als sneeuw in het morgenrood en het blauw van haar ogen won het nog van de regenboog.
Schone Frya. Haar ragfijne haar glinsterde als stralen van de middagzon.
Kundige Frya. Opende ze haar lippen, dan zweeg de vogel en verstilde het blad.
Geweldige Frya. Door de kracht van haar blik legde de leeuw zich aan haar voeten, en hield de adder zijn gif in.
Reine Frya. Haar spijs was honing, haar drank dauw, verzameld in de kelken van bloemen.
[010] Verlichte Frya. Het eerste wat ze haar kinderen leerde was zelfbeheersing, het tweede deugdzaamheid, en als ze oud genoeg waren, de waarde van vrijheid. “Want”, zei ze, “zonder vrijheid zijn alle andere deugden alleen goed om tot slaaf te worden gemaakt, tot eeuwige schande van je afkomst.”
Milde Frya. Nooit liet ze voor eigen gewin erts uit Aarde delven. Dat gebeurde alleen in het algemeen belang.
Gelukkigste Frya. Zoals de sterren om aarde, zwermden haar kinderen om haar heen.
Wijze Frya. Toen ze zeven generaties van haar kinderen had begeleid, riep ze hen samen op Vlieland. Daar gaf ze hun haar Tex en zei: “Met deze wegwijzer zul je nooit verdwalen.”
Uitverkoren Frya. Toen ze uitgesproken was beefde Aarde als de wereldzee. Onder haar voeten verzonk de bodem van Vlieland. De lucht werd zwart en stortte eindeloos tranen. Toen moeder werd gezocht, was ze allang op haar waak-ster. Als laatste sprak een donderwolk en schreef bliksem in het luchtruim: Waak!
Verziende Frya. Het land vanwaar zij ten hemel was gevaren, [011] was nu een stroom. Daarin was alles verzwolgen wat uit haar handen gekomen was, behalve haar Tex.
Oplettende kinderen. Toen ze tot zichzelf kwamen, maakten zij een hoge terp, bouwden daarop een burg en in de wanden daarvan sneden zij de Tex. En opdat iedereen die zou kunnen vinden, noemden ze het omliggende land Texland. En zo moet het blijven, zolang Aarde bestaat.
Noten en andere vertalingen
Overwijn 1951
[/13] Frya was blank als sneeuw bij het morgenrood en het blauw van heur ogen won het van de regenboog.
Schone Frya. Als stralen van de middagzon schitterden heur haarlokken, die zo fijn waren als spinrag.
Bekwame Frya. Ontsloten zich heur lippen dan zwegen de vogels en geen blad bewoog zich meer.
Geweldige Frya. Door de kracht van heur blikken streek de leeuw voor haar voeten neer, en hield de adder zijn gif in.
Reine Frya. Heur spijs was honing en heur drank dauw, vergaard uit de boesems van de bloemen.
Verlichte Frya. Het eerste, wat zij heur kinderen leerde was zelfbeheersing, het tweede was liefde tot de deugd, en toen zij volwassen waren, leerde zij hun de waarde van de vrijheid kennen. Want, zeide zij, zonder vrijheid zijn alle andere deugden alleen goed om U tot Slaven te maken, uw afkomst tot eeuwige schande.
Milde Frya. Nimmer liet zij metaal uit de aarde delven om eigen voordeel, maar wanneer zij het deed, was het tot ieders nut.
Gelukkigste Frya. Gelijk de sterren de aarde omzwermen, zo zwermden heur kinderen om haar heen.
Wijze Frya. Toen zij heur kinderen had opgevoed tot in het zevende lid, riep zij ze allen naar Flemland tezamen, Daar gaf zij hun heur tekst en zeide: laat die uw wegwijzer wezen, dan zal het u nimmer slecht gaan.
Uitverkoren Frya, Toen zij dit gezegd had, beefde de aarde, als Wr.aldas zee. Vlieland’s bodem zonk allengs onder heur voeten weg, de lucht werd zwart en geelgroen van het tranen storten en toen men naar de moeder omzag, was zij allang opgerezen tot heur waakstèr. Toen ten laatste sprak er donder uit de wolken en de bliksem schreef aan het luchtruim: waak!
Vèrziende Frya. Het land, waarvan zij was opgevaren, was nu een stroom en behalve haar tekst was daarin alles bedolven, wat van heur handen gekomen was.
Gehoorzame kinderen. Toen zij tot zichzelf kwamen, maakten zij dit hoge terp, bouwden deze burcht daarop en aan diens wanden schreven zij de tekst, en opdat iedereen die zou kunnen vinden, hebben zij het land daaromheen: Texland genoemd. Daarom zal het blijven bestaan, zo lang de aarde, aarde is.
Ottema 1876
[/17] Frya was wit gelijk de sneeuw bij het morgenrood, en het blaauw harer oogen won het de regenboog af.
Schoone Frya. Als stralen der middagzon schitterden hare haarlokken, die zoo fijn waren als spinrag.
Bekwame Frya. Ontsloten zich hare lippen, dan zwegen de vogelen en geen bladeren bewogen zich meer.
Geweldige Frya. Door de kracht harer blikken streek de leeuw voor hare voeten neder, en hield de adder zijn gift terug.
Reine Frya. Hare spijs was honing en haar drank dauw, vergaderd in de boesems der bloemen.
Verstandige Frya. Het eerste wat zij hare kinderen leerde was zelfbeheersching, het tweede was liefde tot de deugd, en toen zij volwassen waren, leerde zij hun de waarde van de vrijheid kennen. Want, zeide zij, zonder vrijheid zijn alle andere deugden alleen goed om u tot slaven te maken, uwe afkomst tot eene eeuwige schande.
Milde Frya. Nimmer liet zij metaal uit de aarde delven om eigen voordeel, maar wanneer zij het deed, was het tot nut van iedereen.
[19] Gelukkigste Frya. Gelijk de sterren de aarde omzwermen, zoo zwermden hare kinderen om haar.
Wijze Frya. Toen zij hare kinderen had opgevoed tot in het zevende lid, toen riep zij ze alle naar Flyland te zamen. Daar gaf zij hun hare tex, en zeide laat die uw wegwijzer wezen, dan zal het u nimmer kwalijk gaan.
Uitverkoren Frya. Toen zij dit gezegd had, beefde de aarde, als Wraldas zee. Flylands bodem zonk allengs onder hare voeten neder, de lucht werd zwart en geelgroen van tranen te storten, en toen zij naar hunne moeder omzagen, was zij al lang opgerezen tot hare waakstar. Toen ten laatste sprak donder uit de wolken en bliksem schreef aan het luchtruim: waak!
Verziende Frya. Het land waarvan zij was opgevaren, was nu een stroom, en behalve hare tex was daarin alles bedolven, wat van hare handen gekomen was.
Gehoorzame kinderen. Toen zij tot hun zelven kwamen, toen maakten zij dit hooge terp, bouwden deze burgt daarop, aan diens wanden schreven zij de tex, en omdat iedereen die zoude mogen vinden, hebben zij het land daarom heen Texland geheeten. Daarom zal het blijven bestaan, zoo lang de aarde aarde is.
Nl 02d Finda ᐊ vorig/volgend ᐅ Nl 02f Frya's Tex
Aangepaste volgorde:
Nl 02b Oudste Geschiedenis ᐊ vorig/volgend ᐅ Nl 02f Frya's Tex
En 02e Frya