NL00b.01 Liko

    From Oera Linda Wiki
    Revision as of 15:28, 3 February 2023 by Jan (talk | contribs) (→‎Noten)

    Ontwerp 2025 Ott

    B. Liko Ovira Linda, 803 CE

    [00b] Lieve erfgenamen,

    Omwille van onze lieve voorouders, en omwille van onze lieve vrijheid, duizend maal gebied ik je — och lieve: laat de ogen van een priesterhoed toch nimmer over deze schriften weiden. Zij spreken zoete woorden, maar ze tornen ongemerkt aan alles wat ons Fryas betreft. Om rijke inkomsten te winnen heulen ze met de marionettenkoningen. Deze weten dat wij hun grootste vijanden zijn, doordat wij haarlui durven aan te spreken over vrijheid, recht en vorstenplicht. Daarom laten zij alles verdelgen wat van onze voorouders komt en wat er nog rest van onze oude zeden.

    Och lieve! Ik ben bij ze aan het hof geweest. Wil Wralda het dulden en willen wij ons niet sterk maken, ze zullen ons altegader verdelgen.

    Geschreven te Ljudwerd, achthonderd en drie jaar, naar Kersten begrip.

    Liko, toegenaamd Ovira-Linda

    Overwijn 1951

    [/3] Lieve erfgenamen, om onzer lieve voorouders wille, en om onzer lieve vrijheids wille, duizendmaal bid ik u. Och lieve, laat de ogen van een monnik toch nooit over deze geschriften weiden. Zij spreken zoete woorden, maar zij tornen ongemerkt, aan alles wat ons Fryas betreft. Om rijke prebenden te winnen, heulen zij met de vreemde koningen. Dezen weten, dat wij hun grootste vijanden zijn, omdat wij hen durven spreken over vrijheid, recht en vorstenplicht. Daarom laten zij alles vernielen, wat van onze voorvaders komt en wat nog over is van onze oude zeden. Och lieve, ik ben bij hen aan het hof geweest. Wil Wr.alda het gedogen en wij maken ons niet sterk, dan zullen zij ons allegaar verdelgen.

    Geschreven te Ljudwerd, acht honderd en drie jaar naar Christen begrip.

    Liko, bijgenaamd: Over de Linden.

    Ottema 1876

    [/3] Lieve erfgenamen, om onze lieve voorouderen wille, en om onze lieve vrijheids wille, duizendmaal bid ik u. Och lieve, laat de oogen van een monnik toch nooit over deze schriften weiden. Zij spreken zoete woorden, maar zij tornen ongemerkt, aan alles wat ons Fries betreft. Om rijke prebenden te winnen, heulen zij met de vreemde koningen; deze weten dat wij hunne grootste vijanden zijn, omdat wij hunne lieden toespreken durven over vrijheid, recht en vorstenplicht. Daarom laten zij alles vernielen, wat van onze voorvaderen komt, en wat nog overig is van onze oude zeden. Och lieve, ik ben bij hen aan het hof geweest; wil Wralda het gehengen, en wij ons niet sterk maken, dan zullen zij ons altegader verdelgen. Geschreven te Liudwert, acht honderd en drie jaar na de Christen meening. Liko bijgenaamd Over de Linden.

    Noten


    Navigeer

    [[{{{back}}}]] ᐊ vorig/volgend ᐅ Nl 01a Gouwraad

    Aangepaste volgorde:

    [[{{{altback}}}]] ᐊ vorig/volgend ᐅ Nl 07a De Goede Tijd