NL168.20 Beden: Difference between revisions
mNo edit summary |
(→{{Versie_Own}}: add) |
||
Line 4: | Line 4: | ||
=={{Versie_Own}}== | =={{Versie_Own}}== | ||
'''[157]''' '''(Het geschrift van Beden.)''' | |||
Mijn naam is Beden, zoon van Haachgana. Koenraad (Konereed) mijn oom is nooit getrouwd geweest en dus kinderloos gestorven. Mij heeft men in zijn plaats gekozen, Adel, de derde koning van deze naam, heeft die keuze goedgekeurd, mits ik hem als mijn meester erkennen wilde. Behalve het volledige erf van mijn oom, heeft hij mij een hele plek grond gegeven, die aan mijn erf grensde, onder voorwaarde, dat ik daarop mensen zou zetten, die zijn lieden nimmer zouden.... | |||
{Hier ontbreken de blz. 169 tot en 188 aan het handschrift (20 blz), waarin Beden over koning Adel III schrijft, zoals uit de aanhef blijkt. Adel III wordt door de kroniekschrijvers Ubbo genoemd. Vermoedelijk zijn deze blz. vernietigd, omdat men vreesde, dat enige zakelijke gegevens van belang in verkeerde handen zouden komen.} | |||
==Ottema 1876== | ==Ottema 1876== |
Revision as of 11:14, 23 February 2023
Ontwerp 2025 Ott
Overwijn 1951
[157] (Het geschrift van Beden.)
Mijn naam is Beden, zoon van Haachgana. Koenraad (Konereed) mijn oom is nooit getrouwd geweest en dus kinderloos gestorven. Mij heeft men in zijn plaats gekozen, Adel, de derde koning van deze naam, heeft die keuze goedgekeurd, mits ik hem als mijn meester erkennen wilde. Behalve het volledige erf van mijn oom, heeft hij mij een hele plek grond gegeven, die aan mijn erf grensde, onder voorwaarde, dat ik daarop mensen zou zetten, die zijn lieden nimmer zouden....
{Hier ontbreken de blz. 169 tot en 188 aan het handschrift (20 blz), waarin Beden over koning Adel III schrijft, zoals uit de aanhef blijkt. Adel III wordt door de kroniekschrijvers Ubbo genoemd. Vermoedelijk zijn deze blz. vernietigd, omdat men vreesde, dat enige zakelijke gegevens van belang in verkeerde handen zouden komen.}
Ottema 1876
[/227] Het geschrift van Beeden.
Mijn naam is Beeden, zoon van Hachgana. Konereed mijn oom is nooit getrouwd geweest en alzoo kinderloos gestorven. Mij heeft men in zijne plaats gekozen. Adel, de derde koning van dezen naam, heeft die keuze goedgekeurd, mits ik hem als mijn meester erkennen wilde. Behalve het volle erf van mijn oom, heeft hij mij eene plek gronds gegeven, die aan mijn erf paalde, onder voorwaarde, dat ik daarop menschen zoude stellen, die zijne lieden nimmer zouden...
[Hier ontbreken in het H.S. twintig bladzijden (misschien meer), waarin Beeden geschreven heeft over dien Koning Adel III. (Bij onze kroniekschrijvers Ubbo genoemd.)]
Noten
[[{{{back}}}]] ᐊ vorig/volgend ᐅ Nl 18 Naamroof